dinsdag 22 juni 2010

Een brief.

Beste meneer de rij-instructeur,

Al een tijdje heb ik het genoegen van rijles bij u, en dus kunnen we wel stellen dat ik al heel wat fouten heb gemaakt, gelukkig heb ik ook al dingen goed gedaan. Ik kan me dus prima voorstellen dat het soms misschien een frustrerende taak kan zijn om mij te leren rijden, vooral met geweldige auto rij vaardigheden als die van u. Maar toch wil ik even met u een reisje naar in het verleden maken en u vragen terug te denken aan de tijd dat u uw tijd vertoefde in mijn stoel. Natuurlijk kunnen we er vanuit gaan dat, dat waarschijnlijk ook niet van een leien dakje verliep.

Wat ik hiermee probeer te bereiken is een beetje begrip, voor als ik een fietser bijna van zijn of haar sokken rijd, of als ik niet meteen fileparkeren onder de knie heb. Om het dan niet te hebben over straatje keren. Misschien is het, het geval dat er andere leerlingen zijn die een stuk sneller de moeilijke handelingen van het autorijden doorhebben, maar het is vanzelfsprekend dat niet iedereen hetzelfde is. Zo heb ik weer andere talenten die zich niet achter het stuur afspelen.

Hiernaast wil ik u ook even attenderen dat het niet perse beleefd is om de telefoon op te nemen als ik wederom achter het stuur zit in uw lesauto. Het kan mij niet geheel interesseren dat uw thuisbasis constant met u aan de telefoon hangt. Misschien is het een idee om ze te vertellen dat ze een sms kunnen sturen en dat u ze dan later terugbelt. Indien het huis in de brand staat vind ik het natuurlijk geen probleem als de mobiele telefoon afgaat. Ik neem aan dat u het ook niet echt een goed idee vindt als de cassiere haar telefoon opneemt terwijl ze uw geld eigenlijk moet aannemen.

Ten slotte zou ik het erg op prijs stellen als er een andere radiozender uit de speakers zou kunnen klinken. Maar dat is niet van het hoogste belang.

Met vriendelijke groet,
Charlotte Janse

zondag 6 juni 2010

Mental picture.

Een boek met een titel die mij enigszins intrigeerde in de hand van een jongen die mij ook wel intrigeerde. Met een boek genaamd "book against God" zat hij op Amsterdam Zuid wat verveeld voor zich uit te staren. Een vinger hield hij bij de bladzijde waar hij het laatst had gelezen. Het had zo'n mooie foto gemaakt, het punt waarvandaan ik zat te gluren vanuit de trein.