woensdag 17 april 2013

Cyclisch

Terwijl het normale volk zijn productieve dagactiviteiten ondernam en ik weinig vruchtbaar bezig was keek ik om me heen in mijn twaalf vierkante meter tellende kamertje buiten het centrum van Leiden. Ik merkte de vuile glazen op, de haren en stof op mijn grond, de vieze kleding en de lege verpakkingen. Vreemd is het niet voor mij, een kamer die (zal ik het eens voorzichtig zeggen) niet netjes is. Opruimen is niet mijn hobby, en opgeruimd houden is niet mijn talent. Waar het vandaan komt weet ik niet, ik probeer het sinds ik een kleine Charlotte ben te voorkomen, maar tevergeefs. In dit levensjaar heb ik het nog niet geleerd. De troep bouwt zich in recordsnelheid altijd weer op. De vuile kleding ligt uiteindelijk overal en dat bord had ik twee weken geleden best mogen opruimen.

Uiteindelijk slaat de woede toe. Een monster bouwt zich in me op en de rotzooi lijkt erger dan hij eerst leek. De vuilniszakken komen tevoorschijn, de schoonmaakdoekjes worden uit het stof gehaald en met een beetje geluk vergeet ik de stofzuiger niet voor de puntjes op de i. Energieke nummers motiveren me en alsof het mijn lust en leven is ren ik zevenendertig rondjes in deze vierkante ruimte. In mijn hoofd hoor ik mijn vader roepen dat een chaos in je omgeving een chaos in je hoofd is, ik stem in. Zuchtend en zwetend doe ik waar ik al een paar weken over fantaseer. Aan het eind negeer ik wat nog niet aan verwachtingen voldoet om mezelf te begunstigen.
Tevergeefs zie ik daar drie dagen later niets meer van.

2 opmerkingen: